top of page

1916-2026: 110 jaar 'deCHORALE'

  • Foto van schrijver: Walter van Rijsbergen
    Walter van Rijsbergen
  • 8 nov
  • 6 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 4 dagen geleden

ā€˜The Prequel’ : enkele takjes van het nest van waaruit deCHORALE groeide


Waar het toe leidde.

Op 13 december 1915 vond zowat de stichtingsvergadering van deCHORALE plaats met een eerste bijeenkomst van ā€˜het ComitĆ© van de Chorale CƦcilia’ onder leiding van Lodewijk de Vocht. Op 27 februari 1916 werd door de ā€˜Vrouwenafdeeling’ Ā van de  ’Chorale CƦcilia’ het allereerste (benefiet-) optreden gegeven. Op maandag 3 april gevolgd door een tweede optreden door (zoals vermeld in het programma) de ā€˜Chorale CƦcilia’. Het is pas bijĀ  het laatsteĀ  optreden van dat jaar, op 12 november 1916, dat het programmaboekje melding maakt van ā€˜de welwillende medewerking van een mannenkoor’. Na een voorgeschiedenis van meer dan 70 jaar als dameskoor (zie verder) werd hier een grote stap gezet : met enige zekerheid was hier sprake van het eerste optreden van het gemengd koor Chorale CƦcilia en was hiermee de steilopgaande weg tot het roemruchte oratoriumkoor ingezet.


Zo werd deCHORALE reeds in 1920 door de Stad Antwerpen gevraagd om een a capella optreden te verzorgen in de binnentuin van Museum Plantin Moretus n.a.v. de 400eĀ geboortedag van Christoffel Plantin. En dit in aanwezigheid van de fine fleur van het Belgische establishment en de bijhorende algemene persaandacht..Ook ondernam de Chorale CƦcilia (met orkest) al in 1928 Ā een succesvolle concertreis naar Parijs met optredens in de ā€˜Salle Pleyel’ met o.a. een uitvoering van de Matheuspassie!

Ā 

eigen archief
eigen archief
Waar het begon

De eerste jaren bestonden de concertactiviteiten van deCHORALE echter in hoofdzaak uit (a capella) benefietoptredens. Dit had waarschijnlijk ook te maken met de oorsprong van het eerder bestaande (en door De Vocht eind 1915 overgenomen) liefdadigheidskoor. Dit koor was eerder als ā€˜Dames de la Charité’ opgericht door Constance Teichmann ten dienste van Ā de fundraising voor haar sociale doelen. Hierop nu ingaan zou ons te ver leiden maar de aanzet voor deze ā€˜Dames van de liefdadigheid’ kan ergens gesitueerd worden rond 1845. Constance droeg later de leiding van haar koor over aan Amanda Shnitzler-Selb die er de naam Pro Christo aan verleende.

Constance Teichmann (16 juni 1824 – 14 december 1896) was echter niet alleen zeer sociaal bewogen en maatschappelijk geĆ«ngageerd, maar ook een gedreven musicus en een gewaardeerde soliste.

(Zie ook recent verschenen biografie ā€˜Constance Teichmann, een devote diva’)

Ā 

Zij kon daarnaast (o.a. als dochter van de toenmalige provinciegouverneur) voor haar sociaal werk en voor haar muzikale aspiraties ook beroep doen op een zeer uitgebreid sociaal netwerk, dat zij ook graag ten dienste stelde vanĀ  ā€˜aanstormende’ componisten. Ā 

Toen (de op dat ogenblik dertigjarige) Peter Benoit na zijn terugkeer uit Parijs op 24 april 1864 zijn Quadrilogie in Antwerpen voor de eerste maal kon laten weerklinken was dit in grote mate te dankenĀ aan de inzet van de zussen Teichmann en de ā€˜Dames van de Liefdadigheid’. Deze steun en waardering zou in de volgende jaren alleen maar toenemen, maar was van meetafaan hartverwarmend.


Een citaat van Marie-Elisabeth Belpaire (nicht van Constance en later ook steun en toeverlaat van Lodewijk De Vocht) over de uitvoering te Antwerpen en de aansluitende te Brussel Ā (bron : Dietse Warande en Belfort 1905/6) :

ā€œWij, vrouwen van de familie, wij werden met lof overladen. Constance heeft als een engel gezongen; en het schijnt dat ā€˜s avonds, op het theater te Brussel, men over haar niet zwijgen kon. – Kortom, onze wat stoute onderneming is ten volle gelukt, dank aan de medewerking die wij altijd bij iedereen treffen in onze goede stad Antwerpen. – Wel is waar hadden wij geen moeite gespaard en alle stappen persoonlijk aangewend, niets overlatend aan toeval.ā€


Haar oom Jules Strens verklaarde :

ā€œWat ik het meest bewonder, is de stem van Constance.’ En inderdaad Benoit’s muziek – zijne godsdienstige muziek vooral – was als voor haar geschreven. Die statige eenvoudigheid, die grootsche, breede lijnen kwamen wonder overeen met de classieke voordracht, de kristal heldere reinheid van Mej. Teichmanns zang.ā€

Ā Ā 

Marie-Elisabeth vult aan :

ā€œVan toen af was Benoit een bijzonder figuur in Antwerpen. Hem werd de cantate ter inhuldiging van de nieuwe Harmonie-zaal toevertrouwd – op aandringen mijner tante ongetwijfeld, want eene proef door hare hand gecorrigeerd, bewijst dat zij de voorrede van het libretto schreef.ā€


Hoe het zaadje zich verder ontwikkelde in het muziekleven in Antwerpen in de tweede helft van de negentiende eeuw

Ondertussen was ook het werk van de Franse componist Charles Gounod (17 juni 1818 – 18 oktober 1893 ) opgang aan het maken na o.m. de bijval volgend op de Belgische premiĆ«re in Antwerpen van zijn opera Faust op 15.02.1861 (kort daarvoor gecreĆ«erd in Parijs op 19.03.1859). Ook onze ā€˜Dames’ legden al snel contact met het werk van Gounod: op 28.01.1863 zongen zij voor de eerste maal de Messe Solennelle de Sainte CĆ©cilie (in Parijs gecreĆ«erd op 22.11.1855). Constance was hier soliste en vertolkte het bekende Ave Maria (in een versie met koorbegeleiding: een idee voor in de toekomst ?).

De uitvoeringen van nieuwe werken van Gounod in Antwerpen volgden elkaar op, tot in april 1879 de meester zelf zijn opwachting maakte in Antwerpen. De uitvoeringen onder zijn leiding hadden zo een succes dat enkele enthousiastelingen (waaronder Benoit) besloten nog datzelfde jaar een heus Gounod-Festival in te richten. Niettgenstaande vele hindernissen en tegenslagen, en naar verluidt in mede dank zij de inzet van ā€˜onze’ toenmalige koorleidster Amanda Schnitlzer-Selb, Ā kon dit festival uiteindelijk begin november toch met een eclatant succes doorgang vinden. Zelfs zodanig dat al onmiddellijk door het stadsbestuur besloten werd een straat naar Gounod te vernoemen. Amanda Schnitler-Selb zelf debuteerde bij dit concert in de titelrol van Sapho en zo schreef Le Guide Musical op 6 november 1879:ā€une de ces natures exuberantes qui apportent au culte de l’art le sang meme de leurs veines et toute la flamme de leur coeur avec une belle et puissante voix de contraltoā€.

Namen die verder meteen opvallen bij de choristen op deze uitvoering : Constance Teichmann, Mevr. Belpaire-Teichmann, E. Belpaire, Amanda Schnitzler-Selb Ā (en wellicht ook nog wel een aantal ā€˜Dames der liefdadigheid’ die we nu niet meer bij naam kennen). Andere klinkende namen bij de pianisten : Osterrieth, Grisar, Kreglinger, Ā Schnitzler-Selb….

Ā 

Gounod zou in de periode 1879-1888 Antwerpen nog verscheidene malen aandoen. De laatste, nog gedeeltelijk door hem gedirigeerde, opvoering van zijn meest geliefde werk Faust vond daar plaats op 11.12.1887.


Ā 

Uiteindelijk zou Faust tussen 1861 en 1895 200 maal in Antwerpen uitgevoerd worden in de (huidige) Bourla (en ook waarschijnlijk nog verdere uitvoeringen daar tot 1933) en tussen 1918 en 1963 332 maal in de Vlaamse Opera. Dus op ca 100 jaar naar schatting 700 Ā ā€˜Fausten’ in Antwerpen alleen! (*)

Een recente video van deze opera (zelfde originele versie, zoals waarschijnlijk ook in 1861 in Antwerpen) kan je nog tot 16.03.2026 bekijken via deze link van Operavision : https://share.google/MGc0ZrNnojutV5jtl


De korte vermelding betreffende Amanda Schnitzler-Selb (1848-1921) in voorgaande alinea is wellicht een ernstige onderbelichting van de veelheid van activiteiten en kwaliteiten van deze bijzondere dame (o.m. bij de optredens met Gounod): soliste, pianiste, choriste, koorleidster, influencer, drijvende kracht,… tot zelfs bezieler en onderwerp van adoratie van verscheidene componisten. Naast een ā€˜bijzondere’ relatie met Peter Benoit droeg bv. ook Lodewijk Mortelmans zijn ā€˜Homerische Symphonie’ aan Amanda op en was Gounod uiterst gecharmeerd door deze muziekminnende vrouw (getuige de vele partituren van zijn werken uit haar bezit voorzien van een opdracht aan Amanda). Een hoofdstuk apart!

De toen net veertienjarige, Lodewijk De Vocht heeft in 1901 al ā€˜eerbiedig’ een compositie aan Amanda (de leidster van het koor dat hij in 1915 uit haar handen zou overnemen) opgedragen: ā€˜Gegroet Cœcilia’ voor kinderkoor en op tekst van Camiel De Grauwe.

Een vroege sollicitatie voor een koordirectiefunctie ?

Zat het concept van ā€˜Chorale CƦcilia’ toen al in dat jonge ā€˜bolleke’?

Your guess is as good as mine.

Ā 

Wordt vervolgd …

Ā 

Bron : Website ā€˜Conserfgoed’ van Kon. Vlaams Muziekconservatorium Antwerpen
Bron : Website ā€˜Conserfgoed’ van Kon. Vlaams Muziekconservatorium Antwerpen

(*) Je bent het misschien al lang vergeten, maar voor velen onder ons maakt Faust van Gounod deel uit van ons ā€˜beeldtaalgeheugen’ en onze nationale striptrots: wie heeft er geen herinnering aan en een auditieve fantasie bij de beelden van de wereldberoemde diva Bianca Castafiore die op onnavolgbare wijze de ā€˜Juwelenaria’ Ā vertolkt (ā€˜O, comme je suis belle dans ce miroir …’ jawel, uit ā€˜Faust’). Sublieme typering door HergĆ© van de (ook maar ā€˜menselijke’) over the top diva en zo je wil de tegenpool van (de diva in uiterste versobering) ā€˜onze’ Constance Teichmann.

Om Castafiore beter te leren kennen klik op : https://www.tintin.com/nl/characters/bianca-castafiore#

Ā 

Walter van Rijsbergen

11.11.2025

Ā 

KONINKLIJKE CHORALE CÆCILIA vzw 
Ondernemingsnummer:  408 686 536 
RPR Antwerpen afdeling Antwerpen
Maatschappelijke zetel:  Vaderlandstraat 28
2610 Wilrijk 
tel :  +32 (0)486 32 68 06
IBAN:  BE56 4097 5680 8188  •  BIC:  KREDBEBB 

www.dechorale.be  - info@dechorale.be

©2025 by deCHORALE. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page